Algemene heffingskorting is inkomensafhankelijk

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

Algemene heffingskorting is inkomensafhankelijk

Vanaf 2014 is de algemene heffingskorting inkomensafhankelijk.
De algemene heffingskorting wordt namelijk lager vanaf een inkomen van € 19.645.
De verlaging is 2% van uw inkomen in box 1 dat € 19.645 of meer is (of 1,012% als u op 31 december 2013 de AOW-leeftijd hebt bereikt).
Is uw belastbaar inkomen in box 1 € 56.495 of meer? Dan is de verlaging van de algemene heffingskorting maximaal.
De algemene heffingskorting is dan € 1.366 (of € 693 als u op 31 december 2013 de AOW-leeftijd hebt bereikt).
Voorlopige aanslag:
De voorlopige aanslag 2014 die u hebt ontvangen of nog ontvangt, gaat uit van een algemene heffingskorting van € 2.103 (of € 1.065 als u op 31 december 2013 de AOW-leeftijd hebt bereikt).

Is uw algemene heffingskorting bij uw aangifte inkomstenbelasting 2014 lager, bijvoorbeeld € 1.366?
Dan moet u het verschil betalen bij de aanslag 2014 die u volgend jaar ontvangt nadat u aangifte inkomstenbelasting 2014 hebt gedaan.

Bron Belastingdienst

 

Toelichting:

Terugbetalen algemene heffingskorting met rente

Bij uitbetaling van de heffingskorting is de minst verdienende partner afhankelijk van het inkomen van de meest verdienend partner.

Dat kan ook betekenen dat er gecorrigeerd wordt op de uitbetaalde algemene heffingskorting bij een definitieve aanslag,
wat kan betekenen dat de minst verdiende partner weer een hoop van de uitbetaalde algemene heffingskorting met rente terug moet betalen.

Hoe voorkomen dat de minst verdienende partner terug moet betalen met rente?

Het is dus verstandig om bij het doen van de aangifte van een bepaald jaar, direct de voorlopige aanslag die op dat moment loopt te wijzigen op grond van het dan bekende inkomen.

Bij aangifte 2016 kan men dus meteen een VT2017 indienen of deze aanpassen om dit probleem zo snel mogelijk te tackelen.

De Belastingdienst laat lopende bedragen van het jaar 2017 meestal ongewijzigd. Zoals de uitbetaling van de algemene heffingskorting.
Bovendien weet de Belastingdienst niet of er in 2017 niet iets is veranderd t.o.v. 2016.

Dus je moet zelf zo snel mogelijk aan de bel trekken door de Belastingdienst op de hoogte te stellen van het gewijzigde inkomen.

Een zelfde verhaal geldt ook voor toeslagen (huur, zorg, en kinderopvangtoeslag). Dus direct een nieuwe berekening maken op grond van de dan bekende gegevens, zodra de aangifte de deur uit is. Deze zijn ook inkomensafhankelijk

 

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *